Als iemand mij in het verleden iets vroeg over paarden zei ik altijd : Het paard doorziet je binnen een minuut!
Je kunt een paard niet voor de gek houden. Een paard is zich altijd bewust van de “spier”-spanning en de bloeddruk van de mens. Dit komt voort uit het feit dat paarden in kudde’s en subkudde’s leven en altijd alert zijn op gevaar. Dat gevaar bestaat uit de roofdieren wie het op hen hebben gemund. In de ogen van de paarden zijn wij mensen ook roofdieren en voor hen dus een gevaar!
Voor hen is het dus van groot belang om te ‘scannen’ met welke bedoeling wij met hen in contact willen zijn. Als onze“spier”spanning en/of bloeddruk te hoog is voelen ze zich niet veilig bij ons en zal dat aan hun gedrag merkbaar zijn. Ze zullen dan niet doen wat wij mensen van hen verlangen/ verwachten.
Een paard in een kudde is altijd op zoek naar voedsel en heeft altijd behoefte aan sociale relaties onderling. Beide is noodzakelijk om te overleven. Paarden leven in groepen en subgroepen wat tesamen een kudde vormt. Jonge hengsten vormen een groep. Een dominante hengst leeft samen met 1-5 merries met hun veulens. Deze hengsten kunnen hun rol vanaf hun 6e tot ongeveer 14e jaar vervullen daarna wordt zijn rol overgenomen door een jongere hengst. Merries kunnen wel 10 -15 jaar bij elkaar blijven. Zij ontwikkelen hechte sociale banden en vormen de werkelijke binding binnen de kudde.
Het paard als sociaal dier beschikt over een goed leervermogen en is in staat van eigen en andermans ervaringen en handelen te leren. Zij zijn goed in staat de intenties van andere paarden, roofdieren en mensen in te schatten, tenzij het zich veilig weet omdat een ander paard op wacht staat tijdens de slaap. Een kudde paarden leeft in resonantie met elkaar. Als er 1 paard in de kudde ergens van schrikt gaat dat als een golf door de hele kudde heen. Als het nodig is slaan ze tegelijk allemaal op de vlucht. Ze hebben het groot vermogen volkomen in het hier en nu te zijn en adequaat op prikkels te reageren. Ze zijn niet continu in opperste staat van paraatheid, maar voelen goed aan wat er moet gebeuren en doen dat ook. Zij proberen niet hun omgeving te veranderen en worden niet afgeleid door zorgen of gedachten over gisteren of morgen!
De prikkels die zich voordoen doorleven zij, vertalen ze tot de juiste aktie en ze gaan over tot de orde van de dag en dat is rustig grazen! Dat doen ze 12 tot 16 uur per etmaal. Ze rusten 5-7 uur per etmaal, meestal staand, waarvan ze verdeeld over maximaal 50 dutjes 2 uur echt slapen! Van groot belang is de ordening. Paarden weten precies wie hoger of lager in rang staan en accepteren dat van elkaar.
Situationeel leiderschap is voor hen vanzelfsprekend. In elke situatie zal een ander de leiding nemen en als dat klopt in de rangorde zullen er geen problemen ontstaan. Hoe subtieler de gedragingen zijn van de leiders hoe hoger ze in rang staan.
Daar kunnen wij mensen veel van leren!!